Ons beroep

Het beroep van wijnbouwer is ingewikkeld en boeiend.

Het gaat erom op een nauwkeurig omschreven gebied (terroir) door middel van een druivenstok een gezonde en goed rijpe druif te kweken. Alleen deze druiven maken het mogelijk een kwaliteitswijn te produceren, die evenwichtig kwaliteitswijn en uw tong streelt.

De wijnbouwer heeft het hele jaar werk in zijn wijngaard. De werkzaamheden volgen elkaar op naar gelang het seizoen. Eerst wordt de grootte van de wijnstok bepaald door het snoeien. Per druivenstok blijven slechts een of twee ranken over (eenvoudige of dubbele “guyot”). Dit werk begint medio november en duurt tot medio maart.

Vervolgens vindt het onderhoud van de percelen plaats. Dit betreft vooral het vervangen en repareren van de steunpalen en afrastering. Aan het eind van de winter en het begin van de lente, worden de overgebleven wijnranken met ijzerdraad bevestigd (ongeveer 12 tot 15 kilometer per hectare). Tijdens dezelfde winterperiode gaat ook het werk in de kelder gewoon verder evenals de verkoop en de aflevering.

In het voorjaar gaat het er vooral om de bodem goed te onderhouden. Dit gebeurt volgens een bepaalde methode (spitten, onkruid verwijderen en het spuiten van onkruidverdelgers.) waarbij op ecologisch verantwoorde wijze en met respect voor de natuur gewerkt wordt. Vanaf medio april vindt het bottelen plaats van de wijn die het vorig jaar “op vat” is gegaan.

Uiteindelijk is er in de zomer nog het snoeiwerk aan de groene druivenstokken en het onderhoud van de palen en de bodem.

Gewoonlijk begint de wijnoogst eind september. Het is de bekroning van alle inspanningen die tijdens het gehele jaar door de wijnbouwer worden geleverd.

Een team van druivenplukkers verricht de oogst. Gemiddeld zijn 15 dagen nodig om de sappige trossen zorgvuldig te oogsten en te sorteren. Op ons bedrijf geven wij de voorkeur aan het oogsten met de hand. Door middel van pneumatische persing wordt zoveel mogelijk recht gedaan aan de kwaliteit van de grondstof. De persing wordt gevolgd door een rustperiode van 24 uur waarin de vaste delen van de vloeistof gescheiden worden. Daarna vinden verschillende controles plaats van de temperatuur en van het gistingsproces.

Na een bepaalde periode, afhankelijk van de aard en de soort van de wijn, vindt daarna opslag plaats in vaten en als de wijn rijp is, wordt er gebotteld.